Na deze zaterdag weten wij het ook. Kurt heeft de ziekte van Alzheimer. Het emotioneert me. En die emoties hebben niets met Kurt te maken, dat weet ik heel helder. Ik realiseer me ineens, dat zich een angst in mij heeft genesteld. Een angst voor het leven. Dat klinkt wat zwaar, maar zo voelt het wel. Angst om er opnieuw vol in te stappen. Want, wie weet wat er nu weer op de loer ligt. Is dat een rare gedachte? Is die gedachte wat overdreven? Het enige dat ik weet is, dat de gedachte er is. En dat ik hem aan mag kijken. En natuurlijk kan ik er van alles over zeggen. Misschien zelfs wel hele wijze woorden. Maar het feit blijft, dat de angst er is. En ik vraag me af: hoe vind je je vertrouwen terug nadat je iets ingrijpends hebt meegemaakt? Hoe doe je dat, keer na keer.
Ik klim ergens op en ik val er af. Ik klim er weer op en val er weer af. Ik stap met mijn pootje in een bakje water en even later doe ik dat nog een keer. En nog een keer. Vallen en opstaan. Dat is het leven. Nu, met zo’n darteltje om me heen, wordt het wat lichter in mijn hart. En ik beloof mij zelf dat ik echt iets van dit diertje wil leren. Dat ik mijn verleden niet mijn toekomst wil laten bepalen.