Vannacht is de eerste nacht dat ik ook geen Diclofenac meer heb geslikt voor het slapen gaan. Gisteren en vandaag liet ik het overdag al achterwege en nu dus ook deze nacht. Ik dacht dat dat een klein stapje zou zijn, dat ik daar niet veel van zou merken. Maar dat was iets te optimistisch.
Gisteren overdag merkte ik al wel dat ik van bepaalde plekken in mijn lijf ineens meer last had. Vooral van mijn rechterschouder en onderin mijn rug, heuphoogte. Daar zat ook een flinke wond. Als ik iets te lang voorover gebogen had gestaan of gezeten en weer overeind wilde komen trok er een scherpe pijn doorheen. Maar nu ik een dag én een nacht zonder de Diclofenac ben, merk ik dat ook dat sterk spul is. Meerdere keren al, werd ik wakker, bleef voorzicht liggen, en viel gelukkig weer in slaap. Nu, op dit vroege uur, weet ik even niet hoe ik moet liggen. Dus hijs ik mijzelf overeind en pak ik mijn pen.
Ze zeggen wel eens dat het voelt alsof je onder een vrachtwagen hebt gelegen. Ik zou nu zeggen: het voelt alsof ik onder een boom heb gelegen. Een bij-wijze-van-spreken-uitspraak, die echter wel van toepassing is nu. Mijn hele rug en schoudergebied rechts, voelen beurs, strak, pijnlijk en moe. Ik kan me bijna niet bewegen. Wat een verschil met de afgelopen dagen. Die Diclofenac heeft me mooi voor de gek gehouden. Het is even verleidelijk alsnog een pilletje te slikken. Ik heb er nog drie. Tegelijk is het ook plezierig weer het echte lijf te voelen. Dit is het dus. Dit is wat waar is, mag het ook waar zijn. En ik zeg tegen mezelf: je mag het echt nog even rustig aan doen.