Maar daar wil ik het nu niet over hebben. Het gaat over die vraag zoals hij is bedoeld. Iemand leerde me eens dat je bij het beantwoorden van die vraag het niet in de vergelijking moet zoeken. Want dat doen we heel vaak. Jij toch ook? Ik in ieder geval wel. ‘Het gaat iets beter met me dan gisteren. Of: ’ ‘Het gaat veel slechter dan vorige week.’ Of: ‘Vannacht sliep ik goed, maar de dagen daarvoor was het bagger. Dank je.’ Zoiets. Maar de vraag vraagt niet meer dan jouw gewaarzijn van dit moment en een vertaling daarvan in woorden.
We proberen het even uit. Ik vraag je: ‘Hoe is het met je?’ En jij laat die vraag gewoon op je afkomen. Voel rustig wat hij met je doet. Neem je tijd. Ik vraag het je nog een keer: ‘Hoe is het met je?’ Misschien komt er een blij gevoel in je omhoog. Of bekruipt je iets anders. Interessant, want wat is het? Verdriet? Boosheid? Angst? Iets? Geef het de ruimte. Nee, niet wegdrukken, wegslikken, verstarren, geef het je adem. Ja, zo, goed zo. Ruimte. Ruime adem. Voel je? Het komt en het gaat. Ik stel de vraag nog een keer: ‘Hoe is het met je?’ En nu pas geef je antwoord. Want nu pas weet je hoe het met je is. Precies hoe het nu is. Eerst gewaarzijn, dan de woorden. Best moeilijk. Vind ik tenminste. Want er kunnen zoveel gedachten zich aandienen die het voelen overschaduwen, bijna onvoelbaar maken. En die gedachten komen ongevraagd. Altijd ongevraagd.
Ik betrap mijzelf er de laatste tijd vaak op dat ik bang ben voor het oordeel van de ander bij die vraag. Eerder kon ik hem gedachteloos beantwoorden, maar dat lukt niet meer. DE vraag komt en ik probeer direct in te schatten wat mijn antwoord met de ander zal doen c.q. wat de ander van mij verwacht. Dat is niet te doen, natuurlijk, het slaat ook nergens op, maar het gebeurt als vanzelf in mij. Stel dat ik zeg dat het goed gaat. Dan ben ik bang dat de ander daar van allerlei gedachten bij heeft. En mij veroordeelt. Ergens om. Onzin natuurlijk! Want niemand denkt zo, toch? Jij ook niet, toch?
Onlangs stond ik voor een rechter in de zaak ‘De Vries versus het UWV’. Daar kan ik van alles over zeggen, maar dat doe ik nu even niet. Het gaat over DE vraag. De rechter vroeg mij, bij aanvang van de zitting: ‘mevrouw De Vries, gewoon uit nieuwsgierigheid eigenlijk, hoe gaat het nu met u.’ En in mij begon de calculatie als vanzelf. Wat zal ik zeggen, wat kan ik zeggen, wat verwacht ze van me, wat voor consequenties heeft dat voor de uitspraak straks, als ik nu zeg dat het goed met me is, dan doe ik ‘mijn zaak’ daar waarschijnlijk geen goed mee. Zo ging het in mij te keer. Uiteindelijk antwoordde ik: ‘Nu ben ik wat gespannen, maar verder gaat het eigenlijk best goed met mij. Zeker wanneer ik het vergelijk met de periode vlak na het ongeval. Maar als ik het vergelijk met hoe het was vóór ik ziek werd, dan heb ik wel veel ingeleverd.’ Zoiets antwoordde ik, in die woorden. Ongeveer. Ik dekte mijzelf aan alle kanten in. Verontschuldigend haast. Ingewikkeld hoor! Als in: ‘Het is niet zo goed als u denkt dat het is wanneer ik zeg dat het goed is.’
Maar niet alleen voor de rechter zeg ik dat soort dingen. Ook tegen de mensen om mij heen. En dat wil ik dus niet meer, heb ik besloten. Ik wil mij nergens meer voor verontschuldigen, ik wil de dingen niet mooier maken, niet slechter maken, het mag zijn zo het is. Dus ga ik voor ‘waar’. Als in waarde, waarheid, waarzijn en gewaarzijn. Vanaf nu stop ik met calculeren, nadenken en mij verontschuldigen. Het is zoals het is en meer kan er niet zijn. En als ik wel ga calculeren, verontschuldigen en ga ja-maar-en, dan geef jij me op m’n flikker. Dat spreken we nu af. Want als het goed is, is het goed. Als het slecht is, is het slecht. Voor mij en op mijn manier. En wat jij van mijn antwoord vindt, of er mee doet, dat mag mijn antwoord niet beïnvloeden. Punt. Dat jij mijn antwoord per definitie hoort en ontvangt binnen jouw referentiekader maakt toch al dat mijn bericht ‘verwrongen’ bij jou aankomt. Dat is toch zo? Daarom is mijn pleidooi: blijf bij jezelf, dan doe ik dat ook! Laten we daarin zacht en respectvol zijn. Voor onszelf én voor de ander!
In liefde,
Eva