Tegelijk met dit verlangen zoemt het woord ‘kracht’ nog steeds rond in mij. En dan als vrouwenkracht. Een prachtig woord vind ik dat. Een woord dat voor mij gaat over verbinding, over samen.
Zojuist zag ik een programma. Over een vrouw van begin dertig. Ze zit in de bijstand, is moedeloos van het zoeken naar werk en verstrikt geraakt in verschillende dilemma’s in haar leven. Deze dilemma’s hebben haar vastgezet. Met het programma hoopt ze weer iets in beweging te brengen en antwoorden te vinden. En die vindt ze. Ze vindt haar kracht terug door de kracht van een ander. Ze ziet haar dilemma pas écht wanneer ze in gesprek raakt met een vrouw van haar eigen leeftijd die ongeneeslijk ziek is. En haar creatieve kant bloeit op wanneer ze twee mannen ontmoet die hun hart hebben gevolgd en van hun hobby hun beroep hebben gemaakt.
‘Wat wil je nou echt?’ Het is een mooie, maar vaak ook confronterende vraag. Want wat we echt willen, echt verlangen, daar bewegen we liever vanaf. Dat is eng. Want met die verlangens komen er gelijk gedachten van onzekerheid en angst naar boven. Kan ik dat wel, wie zit daarop te wachten etc. Dus stellen we uit. En raken we steeds verder van onszelf verwijderd. Eigenlijk is de vraag: ‘Wat wil ik nou echt’ een vraag die een appèl doet op je kracht, je vitaliteit, je levensvreugde.
Welke kracht laat jij jouw leven bepalen? Is het de kracht van angst? Of is het de kracht van je dromen? Gebruik je de kracht die in jou is voorwaarts, naar buiten? Of ingehouden, naar binnen. Ik voel iets trekken van binnen, iets wat heel diep zit en heel groot is. Het emotioneert me. Er is dus wel beweging, alleen is deze niet zichtbaar. Nog niet?